Singlehanded 2020
Zeehond journaal SH 2020
Letterlijk
overgenomen van geschreven tekst; tussen rechte haken latere toevoegingen:
Was om 09:30 als eerste in het startgebied. Heb Kees nog gezocht in de rietkraag, dus toen maar anker uitgegooid, reglementair inclusief ankerbol. Kon geen enkele wind zien of meten. Dus wat doe je dan? Een paar anderen hesen hun zeilen en vingen ook geen wind. De vaaropdracht had als motto “… als je maar doorgaat!” en dat gaf de burger moed. Het kroop nauwelijks vooruit, maar je zeilt. Spinnaker erbij en een half uurtje later ging ik over de 5 knopen!
Snelheid kreeg ik niet boven de 0.5 knoop, en de
vraag rijst: wat zou het zonde zijn als, straks als de wind toeneemt, ik een
verplichte rust moet nemen? Dus even voor 4 uur anker uitgegooid en direct een slaapje gepakt. 18:20 Zojuist weer anker-op gegaan. Het leek alsof er wat meer
wind stond maar dat was een beetje wensdenken. Ik krijg er nog geen ene knoop
uitgeperst. Accu gaat het niet de hele nacht uithouden, dus ik zal wat stroom
moeten gaan draaien. Een ding: de wind is wel stabiel, 225 dus boot + stuurautomaat
komen er alleen wel uit. Schoon schip gemaakt en wat boterhammetjes gegeten.
20:15 Ik denk dat het de Element is die ik op 2 uur (over stuurboord) heb; z’n
heklicht. Het enige dat je hoort is de stuurautomaat. 1,2 knoop op de GPS,
whoop whoop! De trackers heb je niks aan zo middenop ’t IJsselmeer; als je zelf
al internet hebt hier, dan nog is de tracker-data van anderen vaak al uren oud.
20:35 eindelijk weer boven de 2 knopen op de GPS. 10° opgeloefd. Het was
nodig om de accu te laden dus ben nu stroom aan het draaien. Apart om je eigen
diesel-stank te moeten ruiken. Positie 21:55 tussen EZ-B en EZ-A, 1,25NM van
EZ-B af. Bweuh wat een stank. Ook helemaal niet goed om onbelast toeren te
draaien. 22:00 motor maar weer uit. We lopen 60° aan de wind over BB.
22:45 Wind nu 5kts uit 235°, met infucker fok wat dicht getrokken en
we lopen nu 2,3 knopen! 23:10 Voorbij EZ-B 2,7 kts. 01:45 Hebben een tijdje
> 3kts gedaan maar zitten daar weer onder, wind komt uit 260° met 8
knopen, dus we hebben een windhoek van ca 50°. Net voorbij WV16.
Gains [van de pypilot] weer terug aangepast.
03:45 Om 03:09
haven Den Oever ingevaren. Sluis zou pas om 06:00 weer draaien dus aangelegd op
de wachtsteiger naast wat later Deinumeid bleek te zijn. Vlak daarna kwam de
Janneke ook aan. Wekker gezet om 05:45
09:20 Was om 06:00
uur klaar, maar er was niemand anders dus ik kon alleen geschut worden. Aan de
andere kant even binnen de haven nog aangelegd om zeilen + boeienlichtjes in
orde te krijgen, maar bij het naar buiten gaan bleek dat ik een kapitale fout
had gemaakt door HW en LW om te wisselen, dus ik had ook de stroom (naast de
wind) nog tegen in het begin van het Visjagersgaatje. Dus anker uitgegooid
onder Kaap Banaan en lekker doorgeslapen. Daarna eieren met spek + verse thee, en
toen de kentering zich aandiende om ca. 10:50 uur naar buiten gegaan. De eerste
meters vielen tegen met veel golven maar eenmaal buiten was het klap na klap
direct raak en ging de stroom ook een handje helpen. Werd al rap achter gelaten
door andere zeilers maar helemaal niet ontevreden toen ik in Den Helder
aankwam. Op verzoek van de VC het grootzeil buiten de haven gestreken maar de
fok toch pas ingerold na de havenbakens. Vluchtige gesprekjes bij de KMJC en
men was weer snel weg. Ik heb hier even zitten piekeren want buitenom naar
Vlieland zou ik niet redden voor donker en de golfhoogte in het Stortemelk was
daar nu al arelaxed. Maar binnendoor via het Scheurrak is niet bezeild en
bovendien onverlicht. Via Harlingen te gaan is te ver en dus uitputtend – in
negatieve zin. Besloten om te ankeren op het Wad: Scheurrak in te gaan totdat
het donker is en dan morgen verder als [wanneer] de wind is gedraaid. Op de
Texelstroom zeilde ik op met de Selah – hij onder de hoge wal, ik vlak tegen de
platen, allebei om de tegenstroom te ontwijken. Maar hij had daar minder wind,
en ik moest omvaren [voor een ondiepte] tegen de stroom in. Ik zeil op de
infraroodkaarten maar was vergeten er goed op te kijken!
Na een omweg kwamen we elkaar haaks tegen: ik onder spi richting Scheurrak; hij stilgevallen. Het Scheurrak doet zijn naam eer aan, zeker nu met springtij staat er meer dan 3 knopen stroom, en de boeien klateren als bergbeekjes in de stroming. Bruinvissen gezien! Mijn eerste keer. Was aan het handsturen in 1Bft onder de spi – je hoort dan vrijwel niks op het wad en dan ineens komen er drie een paar keer achter elkaar boven om adem te halen. Speciaal moment. In de schemering waren de blinde boeien nog wel zichtbaar, maar toen toch anker uitgegooid in 4 meter water. Vroeg me nog af hoe ik het anker moest ‘zetten’ zonder de motor achteruit te mogen slaan, maar daar zorgde de stroming wel voor! Het is acht uur ’s avonds. Geen mobiel bereik hier. Wat gekookt, en lekker in slaap gevallen. Hier tussen de bankjes geen golfjes.
Op Vlieland is
alles dicht, dus ik neem de opgedragen selfie en maak op de boot eieren met spek. Terug is
de Vlielanderbalg niet meer bezeild, dus ik zal terug naar Harlingen toch via
de Vliestroom moeten. Ik dacht hem lekker af te gaan snijden, maar noord van de
Richel zie ik een paar enorme rollers pal voor me binnenrollen en kapotslaan.
Ik wijk dus een stukje uit naar BB maar dat is een pal voor de windse koers,
dus ik draai nog wat meer door. Voor dat ik het weet zit ik toch midden in de
geul en kom ik echt nauwelijks meer vooruit met ruim 3 knopen tegen. Dus ik
dacht, ik maak een klapje terug naar de rand, maar a) daar raak ik een half uur
zeilen mee kwijt, en b) daar schiet ik niks mee op, want over die platen
stroomt het ook met 3 knopen tegen. Stroom tegen = langs de randjes zeilen,
maar als je op moet kruisen dan kan dat niet! Bij het Pannengat ben ik
letterlijk uren bezig geweest op te kruisen in een smalle baan met minder
stroom. Een keer vastgelopen en toen de motor in z’n achteruit gezet; dat is te
zien op de track waarschijnlijk. De wind draaide daarna naar ZO en dat was
gunstig voor de Boontjes, maar niet voor de Pollendam. Het leek net goed te
gaan, maar bij het indraaien van de Pollendam wijzigde niet alleen de windhoek
maar ook de stroomrichting, dus ik heb uiteindelijk langs de Pollendam een paar
klapjes moeten maken. Het was helemaal niet zo erg, en bovendien had ik die
middag goed kunnen oefenen in het overstag gaan!
Om 20:00 of zo in
Harlingen een paar uur mogen slapen aan de wachtsteiger. Wekker gezet om 00:45
en toen met de stroom mee door de Boontjes, ook weer slechts een paar klapjes
moeten maken. Om 03:15 bij de sluis, en die was even bezet voor ‘reparaties aan
de brug’; of ik even standby wilde blijven voor een half uur tot een uur. Geen
probleem, dus ik laat de radio bij staan, draai de motor om stroom op te
wekken. Na ruim een uur toch even weer opgeroepen, om te horen dat de brug open
heeft gestaan voor me maar dat ik er niet door was gegaan? U zou me toch
oproepen? Nee u zou standby blijven. Over de radio de discussie niet aangegaan
maar over de telefoon toch even mijn excuses aangeboden voor het voorbij laten
gaan van de open brug, en de vraag gesteld hoe ik dit de volgende keer kon
voorkomen. Moet ik dan een uur naar de bruglichtjes gaan zitten staren?
Mijnheer wij hebben een attentiesignaal afgegeven. Dat blijkt de meest lullige
buma deurbeldingdong te zijn die je je voor kunt stellen. Maar de man is
onvermurwbaar en ik duik mijn kooi in met de radio hard. Pas om half zes komt
er een beroepsvaartuig langs en kan ik meeliften. Makkum bezocht, opdracht gefotografeerd
- die ga ik later bestuderen.
Vervolgens ben ik
eigenlijk de gehele dag bezig met het opkruisen van het IJsselmeer naar
Enkhuizen. De wind stond de gehele dag overwegend zuid, en daar moest ik ook
heen. Mijn boot vaart niet scherp, zeker niet met deze golfslag. Bijna 11 uur
na vertrek uit Makkum kom ik aan in Enkhuizen. Ik zit er goed door. Ik ga door
de sluis en leg aan op het remmingswerk aan de andere kant, want als ik nu
doorvaar heb ik niet genoeg uren rust vandaag. Hier maak ik een stevige
maaltijd en kruip met de kom voedsel in de slaapzak; ik val na mijn laatste hap
direct in slaap.
Om half een gaat
de wekker maar ik zit middenin een droom. Ik spreek de droom in op de
memo-recorder zodat ik hem niet vergeet. We schrijven Shanghai in het jaar van
de Zeehond. Een bloedmooie spionne van de As van het Kwaad is verwikkeld met
een geailleerde liaison officer. Zijn vrienden hebben een potje messing
schroefjes en stellen voor hier electroliet in te doen, zodat de messing
ontzinkt en de oorlogsmachinerie van de As spaak loopt. Dat krijg je met een
stalen schip: je droomt van galvanische corrosie. Werktuiglijk trek ik alle
laagjes kleding aan die ik in omgekeerde volgorde op de kajuitvloer had
gedrapeerd, en gooi ik de boot los. De droom gaat direct door. De grote
windmolens bezuiden de sluis belichamen de oorlogsmachinerie van de as van het
kwaad; als machines uit The War of the Worlds verspreiden ze met hun
langswhooshende wieken covid over de planeet. Ik maak een paar klappen totdat
ik vrij ben van de ondieptes. Op de plotter tekent zich een gele zigzaglijn af.
Onze liaison officer is fervent zeiler en met zijn steampunk boot maakt hij
bewust deze zigzags om de kaarsrechte lijnen van de as van het kwaad te
doorsnijden en daarmee de wereld te bevrijden van diens grip. Ik teken op de
plotter de kruisrakken die ik zou moeten maken. Ik zou pas om 7 uur in Volendam
aankomen en daardoor Lelystad niet meer op tijd halen. Maar aan het eind van
het eerste rak blijkt het allemaal veel gunstiger uit te pakken, en kan ik een
paar rakken verwijderen. Het lijkt alsof ik op het Markermeer scherper kan
zeilen dan gisteren op het IJsselmeer. Inderdaad heb ik hier geen last van de
vervelende golfslag.
Uiteindelijk heb ik nog slechts een klein klapje nodig om Volendam te bezeilen. Ik ga nog even naar beneden en plotseling word ik wakker. De boot schommelt nog als hij de gehele dag gedaan heeft, maar als ik mijn hoofd uit het luik steek kijk ik naar een huizenrij op een paar bootlengtes afstand. Ik lig aan de grond. Geen dieptealarm, geen klap gehoord. Ik start de motor, vaar achteruit, draai door de wind en met de fok bak, dus eigenlijk bijliggend, vaar ik rustig op een verlichte boei aan. De fok die bak staat geeft helling en dat is nu juist handig. Na de boel opgeschoond te hebben vaar ik onder een verlicht madonnabeeldje door het pittoreske haventje binnen. Nog nooit eerder in Volendam geweest dus ik ben best wel onder de indruk.
Maar wel erg voldaan.
Zie ook:
- Michel Scholtes, Samen Solo, Zilt Magazine 127, november 2016
- Gewest Fryslân, Strontrace en Visserijdagen van Reid de Jong, Omrop Fryslân 1998, over de oprichter van de singlehanded.
Comments