Zeeroep

Zeeroep

Ik ging gelooven dat ik nu zou rusten,
Den winter in ’t ommuurde stadje blijven,
Een huis bewonen, klare zinnen schrijven
En voor het eerst wat langer voortgekuste
Vrouwen hier bij mij hebben en, ter ruste
Met hen gegaan, lang in omhelzing blijven.
En langzaam werden mij hun willige lijven
Vertrouwd als vroeger vaak bezeilde kusten.

Zoo dacht ik zittend in mijn kamer, maar
Vannacht hoor ik den najaarsstorm aanheffen;
Het dakhout maakt als kreunend want misbaar.

Ik woon zoo ver van zee, zoo dicht bij haar;
’t Storten der branding kan mij hier niet treffen.
Hoe kan ik zoo wanhopig klaar beseffen
Dat ik weer scheep zal gaan, voor ’t eind van ’t jaar.

J.J. Slauerhoff (1898-1936)


Comments

Popular posts from this blog

Various tricks

Stellendam v.v.

A sailing story for nerds